Vandaag schrijf ik mijn eerste stuk voor de website: een partijanalyse. Via deze weg dwing ik mezelf tot een (fatsoenlijke) analyse van mijn eigen spel en hoop ik op een dag te transformeren tot een degelijke schaakmeneer. Tot die tijd strooi ik met vermakelijke blunders, korte momenten van genialiteit en onverwachte ontsnappingen.
Vandaag een onverwachte ontsnapping: een analyse van mijn eigen partij tegen Peter Scheele op bord 6 van de uitwedstrijd Philidor E – Daniël Notenboom B. Peter was een vriendelijke en charismatische man die duidelijk meer schaakervaring had dan ondergetekende. Het was me een eer om hem het schaakleven zo zuur mogelijk te maken. De strijd eindigde in remise. Peter was daar uiteraard zichtbaar gefrustreerd over. Een kleine troost, gezien we met 4½ – 1½ van de tafel werden geveegd. De grote machtige AI gaf beide heren in een snelle analyse (stockfish 3500 rating) exact 84,4% zet accuratie welke primair te danken was aan de opening. Het middenspel was, naar mijn interpretatie wat slordig.
Van de overige partijen kreeg ik weinig mee, behalve van de partij van Mischa, die inmiddels voor de vierde keer op rij op stoïcijnse wijze zijn tegenstander overtuigend wist te elimineren.
Opening: E46: Nimzo-Indian: Rubinstein: 4.e3 0-0 5.Ne2 without early Bd3
Een Nimzo-Indian lees ik achteraf, een verdediging waar ik niet zo bekend mee ben, maar die me ergens wel intuïtief blijkt te liggen. Ik week af van de hoofdlijn door een Rubinstein-variant te spelen. Chess.com was het daar blijkbaar niet mee eens en noemde het een Reshevsky. Weer wat geleerd. Tot 7.Pf4 was de zaak uit het boek, waarna ik met 7…b6 afweek van de gesuggereerde 7…c6. Geen ramp; mijn gedachte was mijn loper te activeren naar Lb7, gezien hij aan de koningskant gaat rokeren. Blijkbaar geen hele verkeerde gedachte, want na 8.cxd5 blijken er toch wel wat partijen met deze stelling in de database te staan. Peter speelde echter 8.c5, en daarmee bevonden we ons voor mij gevoelsmatig in niemandsland.
Middenspel
Kort daarna maakte ik mijn eerste grote fout: 9.cxd5 exd5. 9…cxb4 was hier beter geweest vanwege de dreiging op het paard op c3. Nadat het stof was neergedaald, kwamen we uit op 12…Dxe7. Het materiaal was gelijk, maar met het loperpaar gaf de AI Peter een terecht voordeel van 0,5 punt. De partij vervolgde met een door mij geforceerde ruil van dames, iets wat ik in Peters positie graag had willen voorkomen. Hij zuchtte ook wat diep op dat moment. Met 14…Pc6 verdedigde ik mijn pion op b4, wat leidde tot een onverwachte zet: 15.axb4, waardoor 15…Dxb4+ mogelijk werd en een dameruil volgde. Kort daarna werden de torens – misschien toch onnodig – afgeruild. Dit liet mij achter met een gepasseerde pion op de a-lijn. Een sprankje hoop, maar achteraf gezien toch wat hopeloos tegen het loperpaar van Peter. Na 19.Lxd1 was het voordeel teruggebracht naar +0,22 voor wit, verwaarloosbaar. Daarna ging het duidelijk Peters kant op, vooral na 22.Lf3: een prachtige penning van mijn paard op mijn toren die ik zeker had moeten voorkomen. In mijn poging de schade te beperken, speelde ik 23…Pd8??. Een blunder. De gesuggereerde zet 23…Ta7 had ik zeker overwogen, maar ik dacht dat ik dan in de problemen zou komen door een mogelijke matdreiging op de achterste rij. In mijn hoofd had ik de partij al opgegeven: een theoretisch voordeel van +4,00 voor Peter. Hier kwam mijn onverwachte ontsnapping, want Peter miste zijn kans volledig. Met 25.Lxa5?? bracht hij het evenwicht terug naar +1,10.
Eindspel
Na wat geschuifel van mijn kant kwam Peter naar voren met zijn koning en een agressieve pionzet. Met zijn koning bloot wist ik met 36…Ta4+ een torenruil af te dwingen, waardoor ik weer terug in de strijd was (+0,16). Na het afruilen van materiaal slaagde ik erin een remise te forceren met 43… f5+. Peter schudde mij de hand; hij zag in dat ik mijn paard kon offeren met 44.exf5 Pxf5!! voor een remise.
Na mijn gestuntel in het middenspel voelde het halve punt als een overwinning. En weer een stap richting een echte schaakmeneer!
Wat een mooi stuk, Niels, bedankt!