De overwinning in het promotie duel in de derde klasse tegen Reynaerde kwam ons niet zomaar aanwaaien. Reynaerde is een homogeen team van spelers met een elo tussen de 1700 – 1800, maar gemiddeld wel iets lager dan de spelers van Daniël Noteboom A. Arjan is een goede teamcaptain en had in zijn databases partijen van onze potentiële tegenstanders opgezocht. Van een aantal spelers wist hij welke openingen ze meestal spelen. Hans Altona speelt met wit altijd de Bird opening (1.f4). Maarten speelt die opening zelf ook met wit en gaf aan het lastig te vinden om daar met zwart tegen te spelen. De bord indeling werd daarop aangepast met Maarten op bord 4 met wit. Arjan heeft de partijen ook geanalyseerd en daardoor kunnen we een korte impressie geven van het verloop van de partijen. Rob speelde aan bord 1 een geweigerd dame gambiet en stond na de opening gedrongen.
Hij wist zich langzaam los te wringen en won dankzij een penning en een fraai familie schaak de partij. Gunnar kreeg aan bord 2 de Aljechin opening tegen zich en speelde dat agressief tegen met ver opgerukte pionnen. Na een paar onnauwkeurige zetten zag zijn tegenstander zich genoodzaakt tot een stukoffer. Gunnar kreeg wel een verzwakte koningstelling en had een achterstand in ontwikkeling. Gunnar stond beter maar met een moeilijke stelling en een spannende tijdnood fase werd tot remise besloten. Arjan kreeg op bord 3 de ruilvariant van het Frans. Deze variant geeft vaak symmetrische stellingen met positioneel spel. Arjan speelde het behoedzaam en wist met zijn stukken binnen te dringen in de witte stelling en won na een promotie van de h-pion. Aan bord 4 speelde Maarten natuurlijk de Bird opening en kreeg een stelling die hem goed ligt. Hij wist die om te zetten in een gewonnen positie. Op bord 5 speelde ik tegen Hans Altona en die speelde inderdaad ook de Bird opening. Mijn wapen tegen die opening is het From gambiet en dat was ook deze keer succesvol (zie onderstaande analyse). Jack kreeg van zijn tegenstander in een toreneindspel een pion cadeau. Zoals we weten moet je dat niet doen bij Jack, want die krijg je nooit meer terug. Hij hield het voordeel vast en schoof de partij met vaste hand naar winst. Het resultaat was dus een enigszins geflatteerde maar niet onverdiende 5½ – ½ overwinning en promotie naar de tweede klasse.
Hans Altona (Reynaerde A) – Wibo van Scheppingen (Daniël Noteboom A), bord 5
1.f4 e5 2.fxe5 d6 3.exd6 Lxd6 (zie diagram 1)
Diagram 1: stelling na 3…Lxd6
Dit zijn de karakteristieke zetten van het From gambiet. Zwart offert een pion maar heeft dreigingen via de zwarte velden met de dame en de loper op veld f2. Zwart dreigt zelfs mat in 3 zetten 4…Dh4+ 5.g3 Lxg3 6.hxg3 Dxg3#
5.Pf3 Pf6 5.d3 Pg4 6.Lg5 f6 7.Ld2? (zie diagram 2)
Diagram 2: stelling na 7.Ld2?
Met 5. d3 heeft wit een opening voor zijn koning gemaakt en na 6.Lg5 f6 sluit zwart de diagonaal d8-h4 voor zijn dame. Op zich een goed plan maar met 7.Ld2? (7.Lc1 is beter) blokkeert wit zelf de nooduitgang voor zijn koning en kan zwart een pion terugwinnen. Wit kan niet terugslaan op h2 door de matdreiging 8…Lg3#.
Twee jaar geleden kreeg ik tegen Maurice Walraven (Leithen B) dezelfde variant op het bord en die ging ook in de fout op de zevende zet ten koste van een loper en verloor 5 zetten later ook nog een kwaliteit (zie partij Walraven – van Scheppingen).
7…Pxh2 8.Le3 Lg3+ 9.Lf2 Lxf2+ 10.Kxf2 Pg4+ 11.Ke1 (zie diagram 3)
Diagram 3: stelling na. 11.Ke1
11.Kg1 was hier beter geweest want vreemd genoeg staat de koning daar veiliger. Op het eerste gezicht lijken de grootste problemen voor wit opgelost nu de loper van de zwarte velden is afgeruild. Niets is echter minder waar: de koning staat niet veilig, de pionnen structuur is slecht en wit kan niet meer rokeren. Na het gespeelde 11.. Dd6! heeft zwart weer dreigingen via de zwarte velden en nu zelfs via twee flanken (Dg3+ en Db4+). Wit staat eigenlijk al zo goed als verloren (-1.5) al moet zwart dat natuurlijk eerst nog waarmaken.
11..;Dd6! 12.Th3?! Pe3 13.Dd2 Pxf1 14.Kxf1 Lxh3 15.gxh3
Wit speelt 12.Th3?! om 12…Dg3+ te verhinderen maar dat kost een kwaliteit, 12.Pc3 was beter. Het voordeel voor zwart is nog groter geworden (-1.9) en nu is zaak om een goed plan te maken en geen blunder te begaan. Het plan is lang rokeren en met de pionnen op de koningsvleugel naar de overkant marcheren.
15…Pc6 16.Pc3 O-O-O 17.Pe4 De6 18.Kg2 Pd4 19.Pxd4 Txd4
Zwart blijft tactische dreigingen houden doordat de witte koning onveilig staat. Hier dreigt 20…Dxe4+, maar wit neutraliseert die dreiging door de dame weg te spelen.
20.Da5 a6 21.c3 Td5 22.Da4 f5 23.Pg3 h5 24.Te1 h4 25.e4
Wit probeert met zijn pionnen meerderheid in het centrum een tegenactie in te zetten, maar doordat de toren op e1 niet gedekt staat kan hij niet slaan met de e-pion. Zwart kan eenvoudig eerst het paard op g3 slaan, maar ook zetten als 25…Txd3 of 25…Tb5 zijn voldoende voor de winst.
25…hxg3 26.Dc4 fxe4 27.Txe4 Dxh3+ 28.Kf3 g2+ 29.Kf2 Tf5+ 30.Tf4 Dh4+ 31.Ke2 (zie diagram 4)
Diagram 4: stelling na 31.Ke2
31…g1=P+ wit geeft op
Ook in deze partij is de laatste zet een (minor) promotie, niet omdat het moet maar omdat het kan. Na een promotie tot dame wint zwart ook, maar hoe vaak krijg je de kans om een minor promotie op het bord te krijgen?