Een schaakpartij is pas afgelopen als één van de spelers schaakmat of pat staat, als dat reglementair is aangegeven (geen mat potentieel, 50 zetten regel, 3 x dezelfde stelling enz.) of als beide spelers dat overeenkomen. Het is een (goede) gewoonte om de partij op te geven als daar geen eer (geen punten) meer aan te behalen valt. Het is voor beide spelers niet leuk om een compleet verloren stelling helemaal uit te spelen. Niemand vindt het leuk om een partij te verliezen, maar het maakt verschil hoe dat gegaan is. Ben je kansloos van het bord gespeeld, dan is het verlies makkelijker te accepteren dan verliezen door een vreselijke blunder in een goede stelling. Het is nog erger als je opgeeft en later blijkt dat je remise had kunnen houden of zelfs gewonnen stond!
Zelf heb ik het een keer meegemaakt dat mijn tegenstander opgaf in een gewonnen stelling tijdens een externe wedstrijd met mijn oude club Utile Dulci (Roelofarendsveen) tegen Philidor:
Wibo van Scheppingen (Utile Dulci 1) – C. de Vroedt (Philidor 4), bord 6, november 1993
Zwart heeft 23…e3 gespeeld en biedt remise aan (zie diagram 1).
Diagram 1: stelling na 23…e3
Ik was van plan om 24.Lxe3 te spelen want zwart dreigt de toren op b1 te slaan (24.f5 is nog beter). Na 24…Lxf4 staat wit goed (+0.58). Ondanks de lichte tijdnood nam ik even de tijd en besloot op het laatste moment om 24.fxe3? te spelen. Ik was de toren vergeten en dacht een tweede pion te kunnen winnen. Zwart speelde zonder nadenken 24…Lxf4 en na het direct gespeelde 25.Txf4 gaf hij verbijsterd op. Enige tijd later zagen we dat zwart na 25…Dxb1 gewonnen staat. Een typisch geval van wederzijdse schaakblindheid.
Gepruts van twee amateurs natuurlijk, maar het zal u verbazen dat het zelfs grootmeesters overkomt. Een bekend voorbeeld is de partij Anish Giri – Samuel Shankland (Tata Steel Chess, 2019)
Diagram 2: stelling na 45.b6
Zwart gaf in deze stelling op want zijn paard staat opgesloten en gaat verloren.
Giri vroeg hem of hij echt opgaf, voordat hij Shankland vertelde dat deze stelling een theoretische remise is. Het lijkt ongelooflijk maar als de zwarte koning op c8 kan komen heeft hij een vesting en kan wit, ondanks het materiele overwicht, niet verder komen. De partij had als volgt kunnen verlopen 45…Kd6 46.Kg4 Kd7 47.Kxh3 Kc8 48.Lf4 Kd7 49.Kg4 Kc8 50.Kf5 Kd7 51.Kf6 Kc8 52.Ke6 Kd8 53.Kd6 Kc8 en wit kan niet bij de pion op b7 komen (zie analyse diagram 3).
Analyse diagram 3: remise stelling na 53…Kc8
De jonge Magnus Carlsen kreeg in 2007 (Linares) een half punt cadeau van Veselin Topalov die in onderstaande stelling opgaf (diagram 4). Carlsen heeft 64.Dg6 gespeeld en dreigt met 65.Dh7+ Kf8 66.Dh8+ Ke7 67.Dxg7+ het paard te winnen.
Diagram 4: stelling na 64.Dg6
Topalov had zich (eenvoudig) kunnen redden met 64…Dd5+ 65.Kh2 e5!, want nu kan hij na 66.Dh7+ Kf8 67. Dh8+ de dame ertussen plaatsen met 67…Dg8 en de stelling is in evenwicht.
In de partij tussen Francisco Vallejo Pons – Jaime Santos Latasa (rapid Leon Masters, 2018) gaf zwart op in een gewonnen stelling (zie diagram 5).
Diagram 5: stelling na 68.Th8+
Zwart heeft geen keuze en kan alleen 68…Kxh8 spelen en dat wint na 69.Kxg6 Txe5. Voor wie nog meer van deze blunders wil bekijken verwijs ik naar de website van Tim Krabbé: The ultimate blunder
Een te vroeg opgegeven partij die veel aandacht heeft gekregen in de media is de tweede partij van de match tussen wereldkampioen Gary Kasparov en de IBM computer Deep Blue in 1997.
Tijdens deze legendarische partij staat Kasparov continue onder druk door het sterke spel van Deep Blue. Juist de laatste twee zetten van de computer zijn onnauwkeurig en bieden tegenkansen. Na 44.Kf1?! staat de koning niet veilig en hier waren 44.Kh1 of 44.Kh2 betere schuilplaatsen. Met 45.Ta6? geeft wit nog meer van zijn voordeel weg. Nu waren 45.Dxb6 of 45.Dd7+ de sterkere voortzettingen. In de slotstelling (zie partij diagram 6) verliest zwart inderdaad na dame ruil 45…Dxc6 46.dxc6 Td8 (+3.1), maar na 45…De3 46.Dxd6 Te8 krijgt zwart tegenkansen.
Partij diagram 6: eindstelling na 45.Ta6
Wit staat een loper voor maar de (moderne) computer evaluatie geeft slechts een klein voordeel (+0.6). Na zetten als 47.Ta1 of 47.h4 h5! kan zwart eeuwig schaak afdwingen. Alleen met 47.Dc7+ of 47.Dd7+ kan wit op winst blijven spelen maar het voordeel is niet erg groot (+0.5). Deze stelling is online uitvoerig besproken en de meeste analyses geven aan dat zwart goede kansen had om deze partij remise te houden. Het is opvallend dat de wereldkampioen niet geprobeerd heeft om de partij te redden met 45…De3.
Conclusie: geef (de moed) niet te snel op!