Wibo’s column: Leren van de (groot)meesters – Praktische lessen in het eindspel

In een vorige column is het belang van een goede opening besproken. Het is echter in het eindspel waar de meeste beslissingen vallen, daar worden de punten verdiend of weggegeven. In het eindspel kan één tempo het verschil zijn tussen winnen of verliezen. Bovendien zit het eindspel vaak vol met trucs en verraderlijke wendingen die het zo moeilijk maken. In de eerste helft van dit seizoen heb ik al veel eindspellen gespeeld. In deze column leren we niet van de (groot)meesters, maar van al de fouten in onze partijen. De leermeester is het computer programma Stockfish die mij na afloop haarfijn laat zien wat er allemaal verkeerd is gedaan en over het hoofd is gezien.

Na een bye in de eerste ronde van de competitie mocht ik het in de tweede ronde opnemen tegen Arend Oosterhuis. In een rommelige partij met wisselde kansen stond na 37 zetten de stelling van diagram 1 op het bord.

Diagram 1: Wibo – Arend na 37.Kf5

Zwart staat gewonnen na 37…Txe4 (-5.1) 38.Txd6 Tf4+! 39.Ke6 cxd6 (ook na 38.Kxe4 Txc6 staat zwart gewonnen). Arend ging echter verder met 37…T6d8? en nu staat wit gewonnen (+5.0) 38.Te6 Tf8 39.f3 Td2 40.Kg6 Txg2 41.f7 Txf7 42.Te8#

In de vierde ronde speelde ik tegen regerend clubkampioen Arjan Plug. Ik kwam goed uit de opening, behield een klein voordeel in het middenspel en kon afwikkelen naar een eindspel met een pion meer (zie diagram 2).

Diagram 2: Wibo – Arjan na 39…a4

Diagram 3: Wibo – Arjan na 42…Pxb6

Arjan heeft met zijn laatste zet een tactische wending in de stelling gebracht die ik over het hoofd zag. Wit staat gewonnen na 40.Kd2 (+ 4.0), maar ik kon de verleiding niet weerstaan en pakte de pion.
40.bxa4 Txe3+ 41.Kxe3 Pc4+ 42.Kd4 Pxb6 (zie diagram 3). Na deze afwikkeling heeft zwart een paard meer en ik hoorde omstanders al zeggen dat ik ging verliezen. Na de eerste schok van de combinatie die over het hoofd was gezien, zag ik toch nog kansen en speelde door. Terecht want in deze stelling staat wit nog steeds gewonnen (+5.8), mits de goede zetten worden gedaan. 43.a5 Pc8 44.a6 Kf8 45.Kc5! (de enige zet die wint) Ke8 46.Kc6 (na elke andere zet staat zwart beter) Kd8 47.c4 Na7+ 48.Kb7 Nc8 49.c5 Kd7 50.c6+ Kd8 51.c7+ Kd7 52.Kb8 Pb6 53.a7 Pa8 (nog een laatste truc van zwart want na 54.Kxa8?? is het remise) 54.c8=D+ en zwart geeft op.

In de externe wedstrijd tegen Op Eigen Wieken (OEW A – DN A) speelde ik aan bord vier met zwart tegen Nimai Rharos (11 jaar!). Ik stond na de opening iets beter maar in het middenspel kreeg hij een grote kans op winst. Nimai begon de winnende combinatie met een verkeerde zet en ik kon me redden door een tussenschaak te geven. In het eindspel had ik een kwaliteit voor een pion. In de stelling van diagram 4 staat zwart gewonnen na 47.. Tg3 (-10).

Diagram 4: Nimai – Wibo na 47.Pf2

Analyse diagram 5: na 49…Kxg4


Ik dacht sneller te kunnen winnen door eerst schaak te geven met de loper. Na47.. La7+ 48.Kd3 Tg3 wint zwart de loper en na 48.Kd5 Lxe3 49. Pxg4 Kxg4 (zie diagram 5) krijg ik twee stukken voor de toren. Deze variant klopt, alleen had ik niet gezien dat wit dan wint omdat de g-pion niet meer te stoppen is. Na 48.Kd5 kan zwart nog wel remise houden door niet te slaan maar 48…e6+ te spelen. Wit zag deze wending ook niet en speelde 48.Kd3 waarna zwart eenvoudig won.


n ronde 6 mocht ik mijn koppositie in de interne competitie verdedigen tegen de nummer twee op de ranglijst: Gunnar Sieber. De hele partij stond ik onder druk en Gunnar wist zijn overwicht om te zetten naar een gewonnen eindspel (zie diagram 6).

Diagram 6: Gunnar – Wibo na 50…Pb6

Diagram 7: Gunnar – Wibo na 53.Ke5

Wit staat gewonnen na 51.Pg3 (+10.3), Gunnar zag een mooie variant waarmee hij dacht te winnen: 51.Pf4+?? natuurlijk moet zwart dit offer aannemen en daarna is de winst van wit niet meer zo duidelijk 51…exf4 52.Kxf4 Pa8 53.Ke5 (zie diagram 7). Een prachtige stelling, het lijkt wel een compositie. Zwart moet de pion verdedigen en dat kan door het paard naar c7 of b6 te spelen. Na 53…Pc7! (0.3) kan wit remise houden omdat de zwarte koning niet om de pion heen kan vanwege de dreiging Pb5+. Ik koos voor 53…Pb6?? (#17) en daarna was het snel uit 54.Kd4 Pa8 55.Kxd5 Pc7+ 56.Kc6 en zwart geeft op.

In ronde 7 zat ik achter de witte stukken tegen Bernhard Glaubitz. Na een goede opening en een rommelig middenspel wikkelde ik af naar een gewonnen pionnen eindspel (zie diagram 8).


Diagram 8: Wibo – Bernhard na 35.. Kf7


Diagram 9: Wibo – Bernhard na 47.d8=D


Dit pionnen eindspel is gewonnen voor wit na 36.Kf4 of 36.Kf3 (+62). Ik maakte het mezelf moeilijk door 36.Ke5 te spelen zonder het goed door te rekenen. Misschien door een vorm van optisch bedrog dacht ik eerder te kunnen promoveren op de damevleugel dan zwart op de koningsvleugel. Het is een kwestie van tellen, wit heeft vanuit diagram 8 nog 12 zetten nodig en zwart maar 11. De partij ging verder met 36…Kg6 37.Kxe6 Kxg5 38.Kd5 Kg4 39.Kc5 Kh3 40.Kb6 Kxh2 41.Kxa6 h5 42.Kxb5 h4 43.Ka6! (43.a4? verliest) h3 44.b5 Kg1 45.b6 h2 46.b7 h1=D 47.b8=D (zie diagram 9). Dankzij de a-pion en de goede positie van de koning heeft wit goede kansen om te winnen (+2.2). Bernhard ging op het late tijdstip na een lange zware partij in de fout en ik won snel.

In de tiende ronde was Jan van Schie mijn tegenstander. Jan kwam sterk uit de opening met een opmars van zijn pionnen op de damevleugel en had een ruim voordeel. Op zet 17 kreeg ik de kans om het initiatief over te nemen maar verwisselde de zetvolgorde en gaf een loper weg. Jan stond totaal gewonnen en mij rest niets anders dan vol in de aanval gaan op de koningsvleugel. Jan gaf lange tijd geen krimp en na zet 29 stond de stelling van diagram 10 op het bord.

Diagram 10: Jan – Wibo na 29…Tbf8

Na. 30.Pxe5 staat wit nog steeds gewonnen (+5.3), maar hij gaf het voordeel weg met 30.hxg5??, daarna is de stelling in evenwicht (0.0). Enkele zetten later miste hij de enige zet voor remise en verloor zelfs nog.

In ronde 11 speelde ik tegen Rob Groot een degelijke partij waarbij ik comfortabel tot goed stond, maar ik gaf dat voordeel op zet 30 weg met een slordige zet. Na 32 zetten stond de stelling uit diagram 11 op het bord en Stockfish geeft als stellingswaardering 0.0. Mede vanwege wederzijdse tijdnood bood ik bij de volgende zet remise aan.

Diagram 11: Wibo – Rob na 32.. Lf8

Na zetten als 33.Ka2 of 33.Lc3 en zelfs 33.e6 blijft de stelling in evenwicht, maar na het gespeelde 33.Tc8?? staat wit compleet verloren! (-4.9). Ik dacht op a3 een veilige plaats voor mijn koning te hebben maar na 33…De2+ 34.Ka3 Da6+ wint zwart een toren. Rob dacht enkele minuten na en ging akkoord met remise. We hadden beiden de kracht van de dame onderschat.

In de externe wedstrijd tegen Philidor C speelde ik met zwart aan bord 2 tegen Just de Weerd. In een gelijk opgaande partij had wit een klein voordeel door zijn pion op e5. Na 41.Lf3 dreigt hij de h-pion op te spelen (zie diagram 12). Ik besloot om mijn toren bij de verdediging te halen en speelde 41…Tf8?? Ik had volledig gelijk spel gekregen door op de dame vleugel actie te ondernemen met 41…c5! (0.0). Het was ook beter geweest om de opmars van de h-pion te voorkomen met 41…h5 (+0.2) of 41…h6 (+0.3). Nu brak wit door met 42.Th2 en 43.h5 en won de partij.

Diagram 12: Just – Wibo na 41.Lf3

In de meeste partijen ben ik heel goed weggekomen, niet vanwege mijn goede eindspel techniek maar door meer geluk dan wijsheid.

Dit bericht is geplaatst in club, columns, training. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Wibo’s column: Leren van de (groot)meesters – Praktische lessen in het eindspel

  1. Avatar foto Gunnar schreef:

    Wat een mooie verzameling, bedankt Wibo! Dit is waar we op ons niveau echt iets mee kunnen.
    Over het eindspel dame tegen dame en pion (diagram 9): het is (volgens tablebase) remise, maar in de praktijk zou de partij met een extra pion het altijd gaan proberen te winnen, want er zit eigenlijk geen risico in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *